Kun je alles zeggen in gebarentaal?

Over taal van doven en slechthorenden

Over de auteur

Beppie van den Bogaerde (1953) is emeritus hoogleraar Nederlandse Gebarentaal bij de Universiteit van Amsterdam, en lector Dovenstudies bij Hogeschool […]
Lees verder

Gebarentaal heeft wel wat weg van geheimtaal. Veel horenden denken dat gebarentaal direct gekoppeld is aan de gesproken taal. Gek genoeg zijn er ook veel mensen die denken dat er één universele gebarentaal op de hele wereld is. Beide vergissingen geven eigenlijk alleen maar aan hoe onbekend gebarentalen zijn bij de meeste mensen.

Door Beppie van den Bogaerde.

Gebarentalen zijn echte talen, met een eigen woordenschat en een eigen grammatica. Ze ontstaan op natuurlijke wijze in gemeenschappen waar veel doven frequent samenkomen. De meeste dovengemeenschappen ervaren de eigen gebarentaal als een sterke component van hun Dove culturele identiteit. (Dove met een hoofdletter, zoals ook Nederlandse culturele identiteit met een hoofdletter wordt geschreven.) Vandaar dat er ook niet één universele gebarentaal is, net zomin als er één gesproken wereldtaal is.

Iconisch

De meeste gebaren zijn arbitrair, net als de meeste woorden in gesproken taal: er is dus geen directe relatie tussen het gebaar en de betekenis van dat gebaar. Net zoals in gesproken taal de klanken van een woord, niets te maken hebben met de betekenis van dat woord. Een tafel heet in het Nederlands tafel maar het had net zo goed een vlurk kunnen heten. Soms is dat anders, bijvoorbeeld in woorden als kukeleku of sissen. Daar zijn de klanken van het woord niet helemaal willekeurig gekozen, maar passen ze bij de bedoelde betekenis, namelijk: ‘het geluid dat een haan of een slang maakt’.

Gebarentalen zijn ook conventioneel, dat houdt in dat de betekenis die gekoppeld wordt aan een gebaar door de tijd heen ingesleten is, precies als bij woorden. Een bepaalde klankcombinatie of een bepaald gebaar heeft dus altijd dezelfde betekenis. Maar anders dan bij woorden in gesproken talen zijn (vooral nieuwe) gebaren soms iconisch (of beeldend). Iconisch betekent dat er een overeenkomst is tussen onze waarneming van de werkelijkheid en het teken dat gebruikt wordt, in dit geval dus: het gebaar. Figuur 1 geeft daarvan een voorbeeld.

Het gebaar AUTO (Corpus NGT (CNGT0518, S25, 00:33.970), in Klomp 2021: 189)

Als je weet dat de twee handen en de beweging van die handen het vasthouden en draaien van een stuur voorstellen, is het niet zo moeilijk om te raden dat dit gebaar AUTO betekent. Het iconische element (stuur vasthouden) is in dit gebaar herkenbaar gebleven.

Van een deel van de gebaren gaat de iconiciteit in de loop der tijd verloren door aanpassingen en doordat mensen het iconische element niet meer herkennen. Toch zorgen juist de iconische aspecten in gebarentalen ervoor dat mensen die elkaars gebarentaal niet kennen, gemakkelijker met elkaar kunnen communiceren dan horende mensen met een verschillende gesproken taal. Een Duitser en een Chinees komen niet erg ver in hun conversatie als ze elkaars taal niet spreken. Maar een dove Duitser en een dove Chinees kunnen binnen een paar dagen of soms zelfs binnen enkele uren hun taal zo aan elkaar aanpassen dat ze toch kunnen communiceren. Dat zie je op internationale congressen waar veel doven zijn die daar ervaring mee hebben. Zij gebruiken dan International Sign (‘internationale gebaren’) dat veel meer iconische elementen bevat dan hun eigen conventionele gebarentaal en ze maken ter plekke afspraken (conventies) over de gebaren die zij gebruiken.

Gebarenruimte

Gebaren worden gemaakt in de zogenoemde gebarenruimte (zie Figuur 2). In deze ruimte kunnen grammaticale relaties in een zin weergegeven worden.

Figuur 2: De gebarenruimte

 

Op de website van het Nederlands Gebarencentrum is in de gebarendatabank een korte cursus basisgrammatica te vinden met enkele filmpjes. Een van die filmpjes laat zien hoe twee personen in de ruimte geplaatst worden en hoe de gebaarder kan aangeven wie wat doet of waar iets is. Dit ruimtegebruik is heel typerend voor gebarentalen. Het vormt tegelijkertijd een groot structureel verschil met gesproken talen, waarin dat plaatsen in de ruimte nu eenmaal niet mogelijk is. Zo kun je bijvoorbeeld laten zien of iets voor of na een gegeven gebeurtenis plaatsvindt: door de gebeurtenis links in de ruimte te positioneren, en het gebaar voor met de rechterhand naar het lichaam toe te gebaren. ERNA zou dan van het lichaam af gebaard worden.

Figuur 3: Het gebaar KOFFIE (Crasborn et al. 2020 in Klomp 2021:83)

Simultaan

Heel karakteristiek voor gebarentalen is ook het fenomeen simultaneïteit: het gelijktijdig uitdrukken van meerdere grammaticale of lexicale elementen. Je kunt het gebaar KOFFIE (Figuur 3) maken met een neutrale gezichtsuitdrukking en dan betekent het: Ik wil koffie. Maar als je je gesprekspartner vragend aankijkt terwijl je koffie gebaart, dan verandert de zin in een vraag: ‘Wil je koffie?’ Mimiek en de stand van het hoofd of het lichaam geven ook andere grammaticale betekenissen aan, zoals voorwaardelijke bijzinnen (‘Als je nog tijd hebt, wil je dan koffie?’) of de indirecte rede (Hij zegt: ‘Ik wil wel koffie’).

De gelijktijdige uitvoering van mimiek en gebaren is mogelijk doordat gebarentalen gebruikmaken van de ‘visueel-manuele modaliteit’. Je communiceert met je handen, je gezicht én je lichaam. Bovendien kun je ze alle drie tegelijkertijd (simultaan) gebruiken. Gesproken talen worden in de ‘oraal-auditieve modaliteit’ uitgedrukt en waargenomen. De spreker gebruikt zijn stem en zijn mond. Hij kan daarmee tegelijk een klank vormen en die klank beklemtonen of een bepaalde intonatie meegeven, zoals bij een vraag.

Nederlands met gebaren

Het feit dat gebarentalen en gesproken talen verschillende modaliteiten gebruiken, maakt trouwens nog een andere unieke combinatie mogelijk: het tegelijkertijd spreken en gebaren. Dit wordt ook wel Nederlands met Gebaren (NmG) genoemd. NmG wordt gebruikt naast Nederlandse Gebarentaal (NGT). Bij NmG worden Nederlandse zinnen uitgesproken en tegelijk gebaren gemaakt. Meestal zijn dat werkwoordgebaren en inhoudgebaren. Doordat dove mensen ook altijd de gesproken taal leren – al is dat soms alleen in geschreven vorm – is er nauw contact tussen de twee talen Nederlands en NGT. Vooral in het contact tussen horenden en doven wordt vaak NmG gebruikt. De dove past zich aan door meer Nederlandse woorden te gebruiken bij het gebaren, en de horende past zich aan door de gebaren die hij of zij kent te maken tijdens het spreken. De voorbeelden hieronder laten een verschil tussen NGT en NmG zien. De woorden in klein kapitaal (op deze website zijn om technische redenen hoofdletters gebruikt) geven de gebaren weer.

NGT: KOFFIE WIL?

Vertaling: ‘Wil je koffie?’

NmG: Wil je koffie?

KOFFIE

Dovenscholen

In Nederland zijn er zo’n 17.500 dove gebruikers van de NGT. Slechts vijf procent van de doofgeboren kinderen heeft ook dove ouders die hun kinderen zelf NGT kunnen leren. Vroeger leerden dove kinderen de gebarentaal op een dovenschool of van andere dove kinderen. Daar lag ook de bron voor de Dovencultuur en de Dovengemeenschap: de gezamenlijke ervaringen in de jonge jaren smeedden sterke banden voor het leven. Tegenwoordig zijn de technische hulpmiddelen om te horen zo goed dat veel dove kinderen het gesproken Nederlands redelijk tot goed kunnen verwerven. De meeste dove kinderen gaan dan ook naar het regulier onderwijs, en niet meer naar de dovenscholen. Mede hierdoor zou de NGT wel eens een bedreigde taal kunnen worden.

Behalve de doven zelf gebruiken ook hun familieleden de gebarentaal. De grootste groep is die van horende kinderen met dove ouders. Zij worden ook wel coda’s genoemd: child of a deaf adult (waarbij adult verwijst naar in elk geval één ouder of opvoeder). Zij leren zowel de gebarentaal als de gesproken taal als eerste taal en zijn dus tweetalig. Verder zijn er veel professionals in het onderwijs en de zorg en tolken NGT, die de communicatie ondersteunen tussen doven en horenden, en de NGT beheersen. NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt.

Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.

Lees meer

Gebarentaal – De taal van doven in Nederland, van Liesbeth Koenen en anderen (2005) is een fraai en interessant boek dat veel informatie geeft over de Nederlandse Gebarentaal en de Dovengemeenschap.

Ook is er het Van Dale Basiswoordenboek Nederlandse gebarentaal (2009) van Trude Schermer en Corline Koolhof (red.) met ruim 3000 standaardgebaren. Zie voor meer informatie de website van het Nederlands Gebarencentrum.

In 2021 verscheen een descriptieve grammatica van de NGT (Ulrike Klomp). Zie ook Zie ook youtube: Grammatica van de Nederlandse Gebarentaal

Het NGT-werkwoordsysteem is onlangs helder uitgelegd door Heleen Bos & Dhara de Nobel (2022). Aspecten van ruimtelijke grammatica – congruentie en pronomina in de Nederlandse Gebarentaal.

Lees verder op Kennislink:

Referenties voor de foto’s:
Figuur 1:
Crasborn, Onno, Inge Zwitserlood & Johan Ros. 2008. Het Corpus NGT. Een digitaal open access corpus van filmpjes en annotaties van de Nederlandse Gebarentaal [The Corpus NGT. A digital open access corpus of movies and annotations of Sign Language of the Netherlands]. Nijmegen: Centre for Language Studies, Radboud University. URL: http://www.ru.nl/corpusngt/.

Klomp, Ulrika. 2021. A descriptive grammar of Sign Language of the Netherlands. University of Amsterdam. https://ulrikaklomp.com/phd-thesis-proefschrift/

Figuur 3:
Crasborn, Onno, Richard Bank, Inge Zwitserlood, Els van der Kooij, Ellen Ormel, Johan Ros, Anique Schüller, Anne de Meijer, Merel van Zuilen, Yassine Ellen Nauta, Frouke van Winsum & Max Vonk. 2020. NGT dataset in Global Signbank. Nijmegen: Radboud University, Centre for Language Studies. ISLRN: 976-021-358-388-6, DOI: 10.13140/RG.2.1.2839.1446.

Klomp, Ulrika. 2021. A descriptive grammar of Sign Language of the Netherlands. University of Amsterdam. https://ulrikaklomp.com/phd-thesis-proefschrift/

Klomp, Ulrika. 2021. A descriptive grammar of Sign Language of the Netherlands. University of Amsterdam. https://ulrikaklomp.com/phd-thesis-proefschrift/


Reacties

12 reacties op ‘Kun je alles zeggen in gebarentaal?’

  • Trude Schermer op 15 november 2012 om 08:09 Beantwoorden

    Erg fijn dat er aandacht besteed wordt aan gebarentaal; jammer dat het Van Dale Basiswoordenboek van de Nederlandse Gebarentaal met ruim 3000 standaardgebaren nergens genoemd wordt (2009) en het feit dat het Nederlands Gebarencentrum het lexicografisch Instituut is voor de Nederlandse Gebarentaal, dat er in het online gebarenwoordenboek ruim 15.000 gebaren te vinden zijn, inclusief varianten van NGT.

    • redactie taalcanon op 20 november 2012 om 14:22 Beantwoorden

      Bedankt voor de verwijzingen. We hebben ze nu opgenomen in de tekst.

  • de gekste op 10 oktober 2013 om 20:22 Beantwoorden

    Dovenscholen In Nederland zijn er zo’n 17.500 dove gebruikers van de Nederlandse Gebarentaal (NGT)

    Deze zin loopt niet goed.

    • redactie taalcanon op 14 oktober 2013 om 13:26 Beantwoorden

      Beste Job,

      Dank voor je opmerkzame lezersblik. Het ging om een tussenkop (Dovenscholen), alleen waren we vergeten hem een bijpassende lay out te geven.
      Inmiddels heb ik dat in orde gemaakt.
      Met vriendelijke groet,
      Marianne Boogaard

  • Wouter Thielen op 3 februari 2014 om 11:00 Beantwoorden

    En dan zijn er volgens mij ook nog dingen die je in gebarentaal kunt zeggen, die vervolgens onvertaalbaar zijn naar, of tenminste niet goed om te schrijven zijn in, het gesproken taal 🙂

    • Beppie van den Bogaerde op 16 juni 2014 om 14:20 Beantwoorden

      Beste Wouter, dat is waar. En ook waar voor bijna alle talen waaruit je vertaalt naar een andere taal: sommige zaken zijn nu eenmaal zo taalspecifiek (ook cultuur) dat ze lastig om te zetten zijn naar een andere taal. In dat opzicht onderscheidt gebarentaal zich dus niet van gesproken talen. Dank voor je opmerking. vr.gr. Beppie

  • Gerry op 3 februari 2014 om 12:04 Beantwoorden

    Beste,
    Een tweetal vragen: is er een verschil tussen Vlaamse gebarentaal en Nederlandse gebarentaal?
    Dialecten: zijn er verschillen als men in zijn eigen ‘dialect’ gebarentaal toepast?
    Beleefde groet van Gerry (slechtziend/slechthorend)

  • bambo op 19 oktober 2018 om 12:14 Beantwoorden

    cool dit , zeer interessant om te leren zo
    kvintietshebbe

  • Eveline op 19 februari 2021 om 15:18 Beantwoorden

    Een paar vragen:
    De Nederlandse taal heeft ruim 240.000 woorden.
    Het Nederlands Gebarencentrum heeft een woordenboek met 15.000 woorden. Zo zijn bijvoorbeeld niet eens alle bekende bomen namen voorzien van een gebaar, laat staan minder bekende namen. Hoe verklaart u dit verschil? Als ik doof word, betekent dit dan dat ik in gebarentaal veel minder fijnzinnig zal kunnen communiceren, en dat er door het ontbreken van voldoende gebaren een beperkend plafond is en de ontwikkelingspotentie van communicatie tussen doven?

  • Eveline op 19 februari 2021 om 15:19 Beantwoorden

    O ik bedoelde, ruim 200.000 woorden.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Voor je verder gaat even bewijzen dat je mens bent.

Typ hiernaast de eerste drie letters van het alfabet


sluit