Veranderen nieuwe media de taal?

Over sms'jes, chats en tweets

Over de auteurs

Vivien Waszink (1977) studeerde Nederlandse taal en cultuur aan de universiteit van Leiden en studeerde af op een scriptie over […]
Lees verder

Marc van Oostendorp (1967) is onderzoeker aan het Meertens Instituut en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Verder schrijft hij boeken […]
Lees verder

De mobiele telefoon en het internet hebben ons allerlei nieuwe manieren van communiceren gebracht. Betekent dit ook dat we de taal op een andere manier gaan gebruiken of zelfs dat de taal daardoor verandert? Veel mensen lijken dat te denken, maar uit onderzoek blijkt dat het nog maar helemaal de vraag is.

Door Vivien Waszink en Marc van Oostendorp.

Niemand zou het dertig jaar geleden hebben durven voorspellen, maar er wordt tegenwoordig meer geschreven dan ooit tevoren. Iedereen lijkt eraan mee te doen. In bus en trein zit al snel de helft van de mensen op een schermpje te kijken en berichten in te tikken. Veel mensen denken dat dit grootschalig gebruik van moderne media de taal wel moet veranderen – al is niet iedereen het erover eens of dat nu een gunstige ontwikkeling is of juist niet. Betekent het een uitbarsting van taalcreativiteit, of het begin van een totale taalregelloosheid die alleen maar kan eindigen in een totale taalchaos?

Twitter: kort en krachtig?

Om zulke vragen te kunnen beantwoorden moeten we eerst weten of – en zo ja op welke manier – taal nu precies verandert onder invloed van de moderne media. En dat is nog niet zo gemakkelijk. Zo hoor je vaak zeggen dat de nieuwe media het gebruik van afkortingen in de hand werken. Voor Twitter blijkt dat maar helemaal de vraag. Het is waar, de limiet van 280 lettertekens voor een tweet eist een zekere beknoptheid. Maar dat resulteert lang niet altijd in het gebruik van korte(re) woorden. De Amerikaanse taalkundige Mark Liberman vergeleek eind 2011 de woordlengte van honderd tweets van zijn studenten met de woordlengte in Hamlet van Shakespeare en in de verhalen van P.G. Wodehouse. Uit die vergelijking bleek dat de gemiddelde woordlengte op Twitter langer was dan die bij de literaire schrijvers. En in die tijd was de limiet op Twitter nog 140 lettertekens – terwijl er sindsdien ook sociale media zijn opgekomen (WhatsApp bijvoorbeeld) waar eigenlijk helemaal geen lengtebeperkingen meer zijn.

En ook in een verzameling van twitterteksten van de Nederlandse taalkundige Folgert Karsdorp van overigens alweer een jaar of tien geleden valt op dat twitteraars niet per se korte woorden gebruiken. Het komt eigenlijk juist vaker voor dat zij woorden extra nadruk meegeven door er letters aan toe te voegen, zoals in Weeeeeeeeeekeeeeeeeeeend, Laterssssssssssssssssssss, Goooooooooedemorgen en Dankuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu.

Het gebruik van afkortingen in tweets is ook relatief zeldzaam: in Karsdorps verzameling twitterteksten komt bijvoorbeeld maar twaalf keer lkr voor, naast 6320 keer de normale spelling lekker. Kheb zit 130 keer in de verzameling tegenover 5635 keer ik heb. Opvallende uitzondering is wtf dat 362 keer voorkomt als afkorting. Dat is een flink hogere frequentie dan de slechts 30 keer what the fuck voluit. Daarbij speelt mogelijk een rol dat de uitdrukking what the fuck niet zo netjes is. De verkorte weergave wtf verbloemt dat. Twitteraars schrijven vaak voor een onbekend publiek, en soms ook vanuit hun beroep. Dat betekent dat de stijl van de meeste tweets niet zomaar die ‘van vrienden onder elkaar’ is. We hebben de indruk dat hierin ook in de loop van de tijd niet veel veranderd is.

Chatten zonder klinkers

Anders dan twitteraars schuiven chatters (en vroeger ook: sms’ers) graag woorden of zelfs hele zinsdelen in elkaar. Daar bestaat bovendien een behoorlijk aantal creatieve technieken voor. Ze schrijven aant voor ‘aan het’, hoest voor ‘hoe is het’, kwor voor ‘ik word’ en faka als afkorting voor het Surinaamse fa waka dat ‘hoe gaat het’ betekent. Van woorden of woordgroepen blijven soms maar enkele letters over: bf ‘best friend’, omg ‘o my god’ en m ‘me, mijn’. Cijfers vervangen woorden of klanken, zoals in: be2n ‘between’, 4u ‘for you/voor jou’, g1 ‘geen’en xq6 ‘excuses’.
In de afkorting be2n levert het voluit gespelde twee het Engelse between op waarin het element ‘twee’ dus niet de Nederlandse, maar de Engelse uitspraak krijgt. In xq6 gaat het juist om de Nederlandse uitspraak van ‘zes’ (maar wel gecombineerd met de Engelse uitspraak van de x).

In btj ‘beetje’, gn id ‘geen idee’, lfs ‘liefs’, lkr ‘lekker’ en gwldg ‘geweldig’ ontbreken simpelweg alle klinkers. Tot slot is chats het fonetisch spellen populair, zodat bijvoorbeeld ‘verliefd’ verandert in flieft en ‘het’ in ut. Dat gebeurt zelfs als het maar één letter scheelt, zoals in egt, sgatje, sgool en tog, of helemaal geen letterwinst oplevert: heej lachuh juh.
Waar komt nu het verschil vandaan tussen tweets en chatberichten? De belangrijkste verklaring is dat berichten op Twitter meestal openbaar zijn, en niet bedoeld voor specifieke geadresseerden. Dat geldt in ieder geval voor de berichten die onderzocht zijn. Met chats richt de schrijver zich over het algemeen op een meer specifieke partner of vriendengroep die letterlijk en figuurlijk aan een half woord genoeg heeft. Ook Taalwetenschapper Lieke Verheijen – die in haar proefschrift onderzocht of actief gebruik van sociale media invloed heeft op schrijfvaardigheid van jongeren – trok dezelfde conclusie over de woordlengte in tweets.

Uit een webenquête van Onze Taal in 2004 kwam naar voren dat 66 procent van de bezoekers dacht dat sms zou leiden tot taalverloedering. Inmiddels lijkt wel duidelijk dat het Nederlands de sms ruim heeft overleefd; sms wordt nog nauwelijks gebruikt, maar het Nederlands hoor je in Nederland en Vlaanderen nog op iedere straathoek. Juist het feit dat het taalgebruik in het ene nieuwe medium anders is dan in het andere toont aan dat de angst dat verkortingen uiteindelijk in alle geschreven taalvormen zullen worden overgenomen ongegrond is (voor zover er natuurlijk al een reden zou zijn om bang te zijn voor beknoptheid).

Geschreven jongerentaal

Mensen zijn heel goed in het heen en weer schakelen tussen verschillende communicatiestijlen: codeswitching. Mondeling hebben jongeren altijd al de behoefte gehad om zich te onderscheiden, en in informele situaties spreken ze, meestal als ze met leeftijdsgenoten zijn, een eigen taalvariant of jongerentaal. Zo’n taal die gebonden is aan een bepaalde sociale groep heet een sociolect. In veel andere situaties, bijvoorbeeld op school, bij hun bijbaantje of thuis is die eigen taal niet op zijn plaats. Jongeren gebruiken daar dan de standaardtaal. Het verschil met vroeger is dat die jongerentaal niet meer alleen een mondelinge taalvariant is, maar dat die ook geschreven wordt. Dat maakt dat de jongerentaal van nu veel zichtbaarder is voor buitenstaanders.

Natuurlijk zal er best eens een foutje in een toets glippen, egt en sgool worden vast wel eens verkeerd gespeld, maar de typische verkortingen uit chats zijn toch vooral gebonden aan een bepaalde gebruikssituatie: een zin als w88 op mr kpkr8 4 d € ‘wachten op meer koopkracht voor de euro’ zal je in een opstel niet snel tegenkomen.

Dat mensen gemakkelijk verschillende stijlen van schrijven kunnen hanteren, blijkt ook uitwetenschappelijk onderzoek dat ernaar is gedaan. Lieke Verheijen concludeert in haar proefschrift dat jongeren op sociale media inderdaad veel woorden gebruiken die geen Standaardnederlands zijn, maar volgens Verheijen leidt dit er niet toe dat jongeren slechter presteren in schrijfopdrachten op school. Jongeren die kort voor een schoolopdracht nog hadden geappt, bleken zelfs minder spelfouten te maken. Het is daarbij wel belangrijk dat het Standaardnederlands goed aangeleerd wordt.

Wilbert Spooren, hoogleraar Taal en Communicatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, liet in een onderzoek onder middelbare scholieren zien dat er geen enkel verband is tussen de mate waarin een leerling gebruikmaakt van nieuwe media en de cijfers die dezelfde leerling haalt voor taaltoetsen op school. Overigens blijkt uit datzelfde onderzoek dat vooral leraren en leerlingen redelijk optimistisch zijn over de invloed van het gebruik van nieuwe media op hun schrijf- en algehele taalvaardigheid. Ouders zijn wat minder optimistisch, maar toch ook niet zo pessimistisch als sommige journalisten en publieke figuren.

Lees meer

● Verheijen, L., W. Spooren, & A. van Kemenade (2020). Relationships between Dutch youths’ social media use and school writing. Computers & Composition, 56, 102574.
● Vandekerckhove, R. & Sandra, D. (2016). De potentiële impact van informele online communicatie op de spellingpraktijk van Vlaamse tieners in schoolcontext. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 38(3), 201-234.
[Google Scholar]

De betekenis van emoji: https://ling.auf.net/lingbuzz/005981

Lees verder op Kennislink:
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/whatsappjes-tikken-goed-voor-schrijfvaardigheid/


Reacties

7 reacties op ‘Veranderen nieuwe media de taal?’

  • joppiesaus023 op 2 januari 2014 om 14:48 Beantwoorden

    Leuk, maar bijzonder dat er vaak wordt gesproken over sms en niet over sms taal, het is namelijk een soort apart stuk taal en het is niet 1 sms maar meerdere die een eigen stuk taal creëren.

  • Charles de Greef op 21 augustus 2015 om 08:00 Beantwoorden

    De verdwijnende taal houdt me wakker: waar zijn de woorden als mieters, dra, abominabel,vreselijk, zak, schuiver, stoot,heerlijk, vleugellam,slet,
    enz.enz.

    Charles

  • tom uringa op 29 december 2015 om 13:13 Beantwoorden

    IK ben bezig met een taalonderzoek voor Nederlands en dit is ook mijn onderwerp. Welke onderzoeken hebben jullie gebruikt? Dan zou ik hier namelijk ook wat van kunnen citeren

    Mvg
    Tom Uringa

    • tom uringa op 29 december 2015 om 13:14 Beantwoorden

      En ik bedoel dan naast het onderzoek dat in de laatste alinea staat

  • Maartje op 3 maart 2016 om 18:12 Beantwoorden

    leuk om te lezen. alleen moet ik vinden waarom taal verandert. hebben jullie daar ook een stuk over geschreven?
    groetjes Maartje

  • redactie taalcanon op 21 maart 2016 om 14:51 Beantwoorden

    Beste Maartje,

    Die vraag wordt beantwoord in dit artikel: http://www.taalcanon.nl/vragen/is-het-erg-dat-taal-verandert/

    Vriendelijke groet,
    de redactie

  • Veerle op 13 oktober 2016 om 19:04 Beantwoorden

    Op welke datum is dit artikel geschreven? Zie het zo snel niet staan en moet het weten voor een voetnoot. Alvast bedankt.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Voor je verder gaat even bewijzen dat je mens bent.

Typ hiernaast de eerste drie letters van het alfabet


sluit