Waarom maken politici graag gebruik van framing?

Over de kracht van beelden

Over de auteur

Jaap de Jong (1961) is hoogleraar Journalistiek en nieuwe media aan de Universiteit Leiden. Hij doceert moderne retorica en doet […]
Lees verder

Villasubsidie, linkse hobby’s, intensieve menshouderij. Dit soort woorden hoor je politici vaak gebruiken. Met deze frames proberen ze ons hun kijk op de dingen op te leggen en politieke discussies naar hun hand te zetten. Want als een SP-politicus over villasubsidie spreekt en een VVD’er over hypotheekrenteaftrek, dan hebben ze het over hetzelfde – maar met een wereld van verschil. Hoe werkt framing en waarom maken politici (maar ook anderen) er zo graag gebruik van?

Door Jaap de Jong.

Tegen abortus? Pro Life! Amerikaanse Republikeinen zijn steengoed in het kiezen van de juiste woorden. Ga maar na, ze verpakten hun anti-abortusstandpunt in een tegengestelde formulering. Met de woorden pro life suggereerden ze dat hun tegenstanders – mensen die abortus in sommige gevallen wel acceptabel achten – anti life (‘tegen het leven’) zijn, of zelfs pro death.

En successiebelasting? Voor dat door hen gehate begrip gebruikten de Republikeinse politici bewust niet het woord estate tax, maar death tax – een uitdrukking met een veel negatievere nasmaak. Al dan niet graaiende bankiers noemen de Republikeinen Job creators, niet al te groene milieuwetten kregen namen als Healthy Forest Act en Clear Skies Act. Hoe kun je daar als Democraat nu tegen zijn?

Met dit soort voorbeelden zette de Amerikaanse taalkundige George Lakoff in 2004 het begrip framing op de kaart. De titel van zijn boek is: Don’t Think of an Elephant. En dat laat precies zien hoe framing werkt: door iemand te vertellen dat hij niet aan een olifant moet denken, is het eerste waar hij aan denkt nu juist die olifant. Lakoff definieert framing als volgt: ‘Een frame is een specifieke bundel van talige en visuele elementen waarmee men bij een boodschap bepaalde delen naar voren brengt en andere delen verbergt, om de luisteraar naar de gewenste interpretatie van de boodschap te leiden.’ Een hele mond vol, maar het gaat hierom: wie een frame gebruikt, probeert via woorden, en de beelden en gevoelens die ze oproepen, de manier waarop anderen naar de werkelijkheid kijken te beïnvloeden. Het frame wordt een bril waardoor we bepaalde informatie wel zien en andere juist niet.

Een goed frame bevat een compleet verhaal dat met enkele woorden (metaforen of stereotypen) geactiveerd wordt in onze hersenen. Het verhaal kan bestaan uit een probleem, iemand – of een partij – die daarvoor verantwoordelijk is, een morele basis of onderliggende waarde, én de oplossing.

Oorlogsframe

Een van de bekendste frames met grote gevolgen voor de recente wereldgeschiedenis kan hier als voorbeeld dienen: de reactie van George W. Bush op de aanslagen van 11 september. Deze Republikeinse president heeft de strijd tegen het internationale terrorisme toen niet benoemd als ‘de strijd tegen terrorisme’. Hij heeft die veel zwaarder aangezet als ‘de oorlog tegen terreur’ (the war against terror).

Al Qaida en vooral hun leider Osama bin Laden zijn verantwoordelijk voor het probleem van de gruwelijke aanslagen van 11 september. De oplossing is niet ‘bestrijding van die organisatie’ maar een oorlog tegen Afghanistan (en kort daarna tegen Irak). De onderliggende waarde is niet gerechtigheid – ‘evenredige straf voor de schuldigen voor deze misdadige aanslag’ – maar roept diepgewortelde gevoelens op van vergelding tegen uiteenlopende bedreigingen van ‘vrijheid’.

Door de bril van dit extreme oorlogsframe zie je een wereld verdeeld in terroristen en helden. Bush dwong andere landen daarmee zijn zijde te kiezen: ‘You are either with us or with the terrorists.’ Bush kon op die manier een extremer beleid voeren, inclusief de legitimering voor privacybeperkingen en het martelen in Guantánamo Bay. Hij voerde immers geen oorlog tegen Afghanen en Irakezen, maar tegen terreur. Het frame war against terror dehumaniseerde de tegenstander en plaatste de Amerikaanse daden in een positiever licht.

Framing legt vaste verbanden in onze hersenen tussen de genoemde elementen uit het verhaal en stuurt daardoor ons interpretatievermogen. En wel zonder dat we ons dat bewust zijn. Als een bepaald frame vaak genoeg is herhaald in speeches, interviews en artikelen zijn enkele woorden genoeg om het hele verhaal weer bij ons op te roepen: ‘Freedom itself is under attack’, ‘Al Qaida terrorists’. En ontkennen helpt niet. Wie tegen het frame in wil gaan door het te ontkennen (‘We zijn helemaal niet in oorlog, we hoeven de aanslagplegers slechts te bestrijden’), bevestigt het juist weer. Wat wel kan, is er een eigen frame tegenover zetten. Zo hebben de Democraten tegenover het frame van pro life een ander positief frame geplaatst: pro choice. Dat benadrukt een andere maar evengoed positieve waarde.

Linkse hobby’s

Niet alleen Amerikaanse politici maken gebruik van framing, ook Nederlandse politici doen dat uitgebreid. Jan Marijnissen (SP) wist naar aanleiding van de slechte toestanden in de verzorgingstehuizen met zijn metafoor intensieve menshouderij toenmalig minister Hans Hoogervorst van Volksgezondheidszorg, Welzijn en Sport (VWS) in de verdediging te drukken. Geert Wilders (PVV) joeg menigeen op de kast door cultuur, ontwikkelingshulp en milieu linkse hobby’s te noemen. En alle replieken over rechtse hobby’s riepen vooral één beeld op: dat er wel degelijk beleid bestaat dat als linkse hobby te typeren is. Frames zijn vaak sterker dan feiten: zelfs als je zou uitleggen waar die linkse hobby’s goed voor zijn, blijft de nasmaak van het negatieve frame hangen.

Noodzaak

Het zijn beslist niet alleen politici die frames gebruiken. Iedereen framet bewust of onbewust. Ons denken is, zoals George Lakoff en Mark Johnson al in 1980 lieten zien in hun boek Metaphors We Live By, sterk metaforisch. Dat wordt ons al heel vroeg aangeleerd. Als we een paar uur na onze geboorte aan de warme moederborst worden aangelegd is alles goed. Worden we daarvan weggehaald en in een koude wieg gelegd dan is het fout. Warm is goed en koud is fout. Het is geen toeval dat we een warme persoonlijkheid hoger waarderen dan een koude. En dat we positieve gebeurtenissen metaforisch beschrijven als een warm bad en negatieve als een koude douche. Wanneer we als burgers denken of praten over asielzoekers, dan doen we dat al heel gauw – zonder dat we er erg in hebben – in termen van slachtoffers of van indringers, die automatisch weer emoties oproepen als medelijden of juist angst en boosheid.

Framing is ook een noodzaak. Het leven is een onoverzichtelijke warboel van ideeën en opvattingen, problemen en oplossingen. Politici moeten daaruit de essentie destilleren en die pakkend kunnen overbrengen. De neiging is groot om politici van simplisme te betichten. Maar wie over complexe zaken met grote groepen burgers wil spreken moet tot de essentie kunnen komen. Een leider kan maar beter beschikken over een governing frame, een omvattend verhaal over hoe de wereld in elkaar zit en wat er moet gebeuren om een betere wereld te krijgen.

Effecten van frames

Frames werken pas als ze resoneren: als ze voldoende aansluiten bij onze cultuur, bij onze eigen ervaringen en bij wat we van de media kennen. Maar waarom maken vooral politici zo graag en zo bewust gebruik van frames? Dat moet wel te maken hebben met de voordelen die Hans de Bruijn beschrijft in zijn boek Framing (2011):

◆ Frames blijven goed hangen bij het publiek (de zogenoemde ‘plakfactor’).
◆ Frames die retorisch slim zijn geformuleerd (‘vandalen gaan betalen’; ‘geen villasubsidies’) krijgen gratis zendtijd in de media.
◆ Frames dwingen tegenstanders in het defensief.
◆ Wie in het frame van een ander stapt neemt een groot risico (ontkennen is bevestigen).
◆ Frames activeren onderliggende waarden, en via die diepgevoelde waarden spelen ze in op de emoties van het publiek.

Framing is overal inzetbaar. Zo kun je misschien met een sloom middagdutje wegkomen als je het een powernap noemt. En wie een gemiddelde duffe vergadering wil uitschrijven, kan hem een stuk interessanter laten klinken door hem te reframen als expert meeting. Via zorgvuldige woordkeuze kun je anderen in jouw perspectief trekken. Je laat ze kijken door jouw bril.

Lees meer

Hans de Bruijn schreef een boek over framing in de politiek: Framing. Over de macht van taal in de politiek (2011). Er komen voorbeelden voorbij uit de Nederlandse en buitenlandse politiek, ook de principes achter een goed frame worden besproken – zonder garanties op succes overigens. Verder is George Lakoffs Don’t Think of an Elephant: Know your Values and Frame the Debate uit 2004 één van de kernpublicaties over de werking van beeldend taalgebruik. Meer recent is Sarah Gagestein en Jolijn Mes: Word meesterframer. De complete handleiding framing voor iedereen die iedereen wil overtuigen, Haystack, 2019.

Lees verder op Kennislink:


Reacties

4 reacties op ‘Waarom maken politici graag gebruik van framing?’

  • Tomas op 13 april 2017 om 11:41 Beantwoorden

    Geachte meneer De Jong,
    voor Nederlands zijn wij bezig met een taalkundig onderzoek. Wij zouden graag deze bron willen gebruiken, maar daarvoor hebben we de datum waarop het artikel gepubliceerd is nodig. Zou u die mij kunnen mailen? Met vriendelijke groet en bij voorbaat dank,
    Tomas

    • redactie taalcanon op 13 april 2017 om 12:35 Beantwoorden

      Beste Tomas,

      Dit is de referentie: Jaap de Jong, ‘Waarom maken politici graag gebruik van framing’?’, in Boogaard en Jansen (red), Alles wat je altijd al had willen weten over taal. De taalcanon, Meulenhoff 2012.

      Vriendelijke groet, de taalcanonredactie

  • gors op 22 september 2017 om 13:28 Beantwoorden

    Super texst! zeer interessand

  • Thomas op 12 december 2018 om 18:48 Beantwoorden

    Heel fijn die referentie! heb het stuk ook gebruikt voor een schoolopdracht.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Voor je verder gaat even bewijzen dat je mens bent.

Typ hiernaast de eerste drie letters van het alfabet


sluit